top of page

Blog 13: Hoe maak je een goed programma?

  • Writer: lindadebree
    lindadebree
  • Jan 14, 2019
  • 6 min read

Om een goed programma te maken voor je scoutinggroep is het makkelijk om een stappenplan te volgen. En heb jij even geluk! Dat stappenplan ga ik hier namelijk uitleggen!


Stap 1:

DITMUSA - de zeven elementen.

DITMUSA is een handig ezelsbruggetje voor alle noodzakelijke elementen om een programma te maken en goed te laten verlopen. De elementen van een activiteit zijn:

Doel

Inkleding

Terrein

Materiaal

Uitleg

Spelregels

Aangepast

Als deze zeven elementen in je programma voorkomen, zit je spel (technisch) goed in elkaar. Je hebt een goede basis gelegd, of het programma ook goed zal verlopen is een tweede, maar het begin is er.


DITMUSA

Doel

Scouting is niet alleen maar leuk, je leert er ook dingen. Kinderen kunnen er zich ontwikkelen. Daarom hebben de activiteiten een doel. Je denkt na over wat je precies wilt bereiken met de kinderen. Dat kan zijn op het gebied van ontwikkeling maar bijvoorbeeld ook op het gebied van het aanleren van vaardigheden.

Een doel helpt je om je programma richting te geven en maakt het bepalen van de inhoud makkelijker.

Er zijn verschillende soorten doelen. De opdracht die je aan de kinderen geeft is een doel, maar ook wat jij in je achterhoofd wilt bereiken. Dat zijn opdrachtdoelstellingen en achtergronddoelen.

Opdrachtdoelstellingen: Doelstellingen die je meegeeft aan je leden. Ze staan in zeer sterk verband met het programma.

Achtergronddoelen: Zitten in het hoofd van de leiding. Het zijn doelen die de leiding wil bereiken met het programma.

Ook is het nog belangrijk om genoeg uitdaging te bieden. De leden moeten niet het gevoel krijgen dat ze de doelstelling gemakkelijk kunnen waarmaken. Het programma moet echter wel aansluiten bij hun beleving. Maar kinderen moeten er juist in geloven dat ze de doelstelling wel kunnen bereiken. Ze moeten kunnen aanvoelen dat het haalbaar is.

Kijk dus goed hoe je dit gaat doen, want het verschilt per leeftijdsfase.


Inkleding

Inkleding is je programma een extra laag geven door gebruik te maken van een thema. Het vormt een zeer belangrijk onderdeel van je onderwerpen, spellen, weekends en kampen want inkleding:

- wekt belangstelling

- daagt uit en motiveert om te spelen

- is een leuke manier om je spel uit te leggen en een kamp te laten beleven

- maakt alles heel aantrekkelijk

- geeft de mogelijkheid om je in te leven

- stimuleert de fantasie

- biedt mogelijkheden om emoties te beleven, logisch te denken, sociale vaardigheden te oefenen

- maakt zwaardere thema's gemakkelijker om over te praten.



Inkleding is dus eigenlijk jezelf verkleden, je inleven in je rol en die rol tijdens een activiteit spelen, het spel aankleden en een verhaal als kapstok.


Bij de bevers kun je je in verschillende rollen inspelen. Van Professor Plof, tot Keet Kleur.


Een thema gebruiken maakt het allemaal nét wat leuker.

Er zijn twee manieren van werken bij het gebruik van een thema (verhaal) :

- Het thema staat centraal. Het thema (verhaal) vormt het uitgangspunt van je programma. Aan de hand van het thema (verhaal) bedenk je activiteiten die je zou kunnen doen.

- Het programma staat centraal. Je hebt al bedacht welke activiteiten je wilt gaan doen en op basis daarvan wordt een thema (verhaal) bedacht.


Terrein

Bedenk van te voren waar je het programma gaat laten plaatsvinden. Is dat buiten of binnen? In het clubgebouw of in het dorp?

De grootte van het terrein bepaalt mede de slaagkansen van het spel. Op een klein terrein zal veel meer techniek nodig zijn. Op een groter terrein is er meer tijd voordat je een beslissing moet nemen, omdat eventuele tegenstanders wegblijven.

De grootte van het terrein wordt niet alleen door het doel en de spelers, het aantal spelers is de voornaamste factor voor je keuze in terreingrootte. Variëren met het terrein biedt ook mogelijkheden.


Materiaal

Je moet natuurlijk ook bedenken welke materialen nodig zijn voor het programma. Zijn deze al beschikbaar of moeten ze nog worden gekocht?

De geschiktheid van het materiaal hangt samen met de vaardigheden van de kinderen en de veiligheid.

Om ervoor te zorgen dat het programma ook aansluit bij de leefwereld en de leeftijdseigen kenmerken van de kinderen, is het goed om ook eens te kijken naar de progressiematrix. Wat is er passend bij jouw kinderen? Wel of geen zakmes? Wel of geen vuurtje stoken?


Uitleg

Hoe ga je de activiteit goed verwoorden voor de kinderen?

Zorg er in ieder geval dat je stevig voor de groep staat, dat speelt al een hele grote rol.

Ook is het belangrijk om het duidelijk en goed verstaanbaar te vertellen. Dat kan ook op een leuke manier door je in je personage in te leven.


Spelregels

Bijna bij ieder spel zijn er wel spelregels. Er zijn drie redenen waarom spelregels nodig zijn:

1. Veiligheid: Spelregels moeten de veiligheid bevorderen.

2. Doelstellingen: Spelregels moeten samenhangen met de doelstellingen. Soms kunnen spelregels de doelstellingen hinderen. Een loopspel met een beetje tactiek kan door teveel spelregels snel veranderen in een tactisch spel met een beetje beweging.

3. Het spel: Sommige spelregels zijn zo belangrijk dat ze de kern van het spel zijn.


Aanpassing

Pas je activiteit aan de situatie aan: Het aantal leden, de tijd van het jaar, de speelduur, de leeftijd van je leden etc. Durf je activiteit om te gooien als de situatie verandert of daarom vraagt. Soms is de aanpassing een keuze, soms dwingen de omstandigheden je om het programma aan te passen.


Stap 2: Doe het voor de kinderen!

Je wilt zelf natuurlijk ook plezier hebben als leidinggevende, maar zet de kinderen op de eerste plaats. Houd er dus rekening mee dat je programma aansluit bij de leefwereld en het ontwikkelingsniveau van de jeugdleden.

Ook is het van belang om de jeugdleden zoveel mogelijk te betrekken bij het voorbereiden en uitvoeren van een taak. En daarbij maakt het natuurlijk uit of je speltak bestaat uit bevers, welpen of scouts.


Stap 3: Checklist programmeren

In een goed programma is rekening gehouden met:

- de leeftijd van de kinderen

- de samenstelling van de groep (oud/jong, jongens/meiden)

- de grootte van de groep

- de beschikbare leiding

- de mogelijkheden van de leiding (tijd, ervaring, speciale vaardigheden)

- de beschikbare (spel) ruimte

- het jaargetijde en de weersverwachting (warm of koud, regen- of sneeuwprogramma)

- tijdsduur van de activiteit (niet te kort of te lang)

- beschikbare financiën

- beschikbaar materiaal


Daarnaast is het belangrijk om rekening te houden met de volgende aspecten:

- het doel van de activiteit

- afwisseling in een programma, rekening gehouden met de spanningsboog van de kinderen

- afwisseling in het programma met meerdere activiteiten (verschillende activiteitengebieden)

- programma met of zonder competitie?

- hoe lang is het geleden dat dit programma voor het laatst is uitgevoerd?

- bij een nieuw programma is het goed om alles nog een keertje extra na te lopen.


Stap 4: Draaiboek

Het lijstje met activiteiten voor een opkomst voeg je vervolgens samen tot een programma. Hiervoor is een draaiboek een handig hulpmiddel. In zo'n schema zijn alle onderdelen waaraan je moet denken in het programma opgenomen. Deze onderdelen zijn de 7 W's. Die staan voor:

- Wie (voor wie en door wie)

- Wat

- Waar (locatie)

- Waarom (doel)

- Op welke wijze (hoe)

- Waarmee (met welke middelen, materiaal, kosten)


Bij de uitvoering van het programma ga je uit van het draaiboek. Maar pas op! Het is slechts een hulpmiddel en geen doel op zich. Bij alle speltakken zal je moeten inspelen op de reacties van de kinderen op het programma en zo nodig het schema moeten verlaten en improviserend verder moeten gaan.


Stap 5: De tijdsindeling

Geef hierbij aan hoe de activiteiten over de beschikbare tijd zijn verdeeld. Er moet een duidelijke begin-, midden- en eindactiviteit zijn. Ga ook na hoe de afwisseling tussen intensieve en rustige activiteiten is. Wanneer je meerdere activiteitengebieden gebruikt is er voldoende variatie in het programma.

Denk er ook aan om bij langere programma's een pauze in te lassen en kijk bij de activiteitenkeuze ook even naar de afwisseling in organisatievorm.


Stap 6: Uitvoeren

Het is belangrijk om er voor te zorgen dat iedereen vooral weet wat er gedaan moet worden. Zorg dat er tenminste één leidinggevende is die actief en enthousiast meedoet en die het goede voorbeeld geeft wanneer jij bezig bent met alle materialen pakken, alles klaarzetten enz. Jouw voorbeeldrol als leidinggevende is erg belangrijk!

Zorg dat het voor de kinderen duidelijk is wat de bedoeling is.


Stap 7: Afronding

Afbreken, opruimen, bedanken en foto's bekijken zijn belangrijke onderdelen van een activiteit. Zorg dan ook dat deze worden opgenomen in het draaiboek.

Corvee en opruimen zijn niet de leukste taken en zeker ook niet de sterkste kanten van kinderen maar het hoort er gewoon bij. Geef de kinderen dan ook een taak die past bij hun leeftijd.

Ook foto's kijken na het kamp en het uitreiken van een insigne horen bij afronding. Geef deze onderdelen dan ook de tijd en aandacht die ze verdienen.



Ik hoop echt van harte dat je met dit stappenplan verder kan en een fantastisch programma kan neerzetten! Ik wens je er in ieder geval heel erg veel plezier en succes mee!


Veel liefs, Explorer Linda :)


 
 
 

Comments


© 2023 by J.A Photography. Proudly created with Wix.com

bottom of page